We krijgen een berichtje via WhatsApp van Wietske. Ze is haar telefoon verloren in Harlingen. Ze is deze verloren tijdens de overstap van boot naar kade.
De boot ligt er niet meer maar ze kan de exacte plek aanwijzen. Dat is altijd een goed begin voor een succesvolle recovery!
We spreken af om 13:00 uur. We hebben eerst nog een succesvolle recovery in Leiden en rijden dan meteen door.
Een rit van bijna 2 uur! Dus onderweg stoppen we even om te genieten van het uitzicht en de zon. Voor we het weten rijden we over de afsluitdijk en zijn we in Harlingen.
We zijn een kwartier te vroeg en lopen meteen even naar de brugwachter, hij kan ons vertellen dat er zo nog 1 boot komt en dat de brug dan dicht blijft.
Als we terug lopen staan Wietske en haar man al op de afgesproken locatie. Ze wijst de plek aan waar de boot lag en waar ze de telefoon in het water heeft laten vallen.
Een meter of 2 ernaast is een kadetrap, dat is fijn met uit het water komen. We hadden al even gekeken op Google Streetview, maar je zal net zien dat de situatie veranderd is of dat er een boot ligt.
We controleren eerst de trap en beginnen dan met het opbouwen van de duikset. Ondertussen gooi ik de duikboei in het water, deze verankeren we vaak aan de bodem met een stuk lood, het touw blijft uit rollen, dat wordt een diepere duik dan we gewend zijn.
Niet veel later heb ik mijn wetsuit aan en controleert Marja mijn uitrusting. We hebben het zoekraster al besproken en ik ben er klaar voor. Ik trek mijn vinnen aan, ik doe mijn duikbril op en stap met een commandosprong het water in. Het duurt even voor ik het water raak, de kade is best hoog!
Nog een laatste controle van de uitrusting. Er zit dik 300 bar lucht in de fles, meer dan genoeg voor een duik naar de telefoon. Ik haak de seinlijn vast, geef nog een kort rukje ter controle en geef het “ok” teken.
We kijken elkaar nog even aan voordat ik afdaal. Omdat we zoveel duiken gaat het klaren makkelijk. Zelfs zo makkelijk dat ik niet eens mijn neus hoef dicht te knijpen, ik kan het “gewoon” weg slikken.
De meest gebruikte manier van klaren is je neus dichtknijpen en langzaam uitademen tegen je dichte neus. Hierbij blaas je de lucht vanuit de keelholte door de buis van Eustachius naar het middenoor. Zo wordt de druk aan de binnen en buitenkant van je oren weer gelijk.
Op 7 meter voel ik de bodem, want zien kan ik de bodem niet door al het stof. Tijdens de afdaling ben ik bewust gedraaid, rechts van mij heb ik de kade, die voornamelijk bestaat uit ijzeren damwand profielen.
Normaal gesproken heb ik in mijn rechterhand de metaaldetector, maar de ijzeren damwand stoort op de metaaldetector. Ik wissel van hand en zoek ondertussen ook met mijn rechterhand op de tast langs de damwand.
Het eerste signaal is een fles wijn, de metaaldetector reageert op het aluminium stuk aan de bovenzijde. Ik leg de fles aan mijn rechter kant, als ik straks omdraai wil ik die niet nog een keer tegen komen.
Een meter verder heb ik weer een mooi signaal en tikt de metaaldetector tegen iets hards, dat geluid herken ik meteen! Enkele seconden later heb ik de telefoon in mijn handen.
Een rukje aan de seinlijn en ik krijg een rukje terug: ik antwoord weer met 2 rukken: gevonden.
Ik haak de metaaldetector vast en begin aan de opstijging, het wordt langzaam lichter boven mij en ik zie de telefoon. Het scherm geeft aan dat hij opgeladen moet worden, dat is ook niet zo gek als hij al even op de bodem ligt zonder bereik.
Eenmaal boven is Wietske verbaasd dat we de telefoon zo snel hebben. Marja, mijn kantwacht van vandaag, heeft een nieuw systeem bedacht om de duik te klokken: 5 minuten en 32 seconden!
Niet veel later sta ik weer op de kade, al druppend geef ik de telefoon aan Wietske en we maken natuurlijk nog even een foto voor het digitale plakboek!
Wij rijden weer terug naar zuiden, voldaan, op naar het volgende avontuur.