We zijn deze dag al onderweg van Amsterdam, Den Haag en Leiden — de telefoon blijft gaan — maar om 14:00 rijden we vrolijk naar Den Oever, een plek met lange maritieme traditie aan de rand van de Waddenzee. Den Oever is historisch verbonden met visserij en sluizenwerk (denk aan de Afsluitdijk en de oude handelsroutes), en tegenwoordig zie je er moderne kweektechnieken zoals mosselzaadinvanginstallaties: duurzaam bedoeld, maar soms ook een valstrik voor een onoplettende schipper.

De bemanning lag al een hele ochtend op weg naar een klant, met wisseling van de wacht bij het ochtendgloren — en door wat communicatiestoringen raakten stabilisatoren en schroef verstrikt in een van de netten. Een bergingsbedrijf had al veel weggeknipt, maar er zat nog rotzooi in de schroef. Na een sleep naar de buitenhaven van Den Oever belde men ons: “kunnen jullie de schroef schoonmaken?” Natuurlijk — dat is precies ons werk.

Ter plaatse kijken we samen de werkhaven rond en zoeken we een veilige in- en uitstap. Jochem zet de auto dicht genoeg, wij vullen het laatste papierwerk in en nemen tijdelijk de sleutels van de systemen aan boord — veiligheid eerst. Daarna omkleden en laatste plannen maken: wie duikt, welke lijnen, gereedschap, en wie houdt de boot in de gaten.

Jochem duikt als eerste. Hij gaat snel onder, inspecteert en realiseert zich al snel dat het net er niet zo maar uit te pulken valt. Even boven water om gereedschap te halen, en dan begint het snijwerk: kabel voor kabel, stukje touw, stuk net. Met geduld en ervaring worden de verstrikkingen losgeknipt. Na zo’n half uur komt het eerste stuk net en lijn omhoog, en even later volgen de reststukken. De camera maakt bewijsfoto’s voor de opdrachtgever en wij doen een laatste visuele inspectie van de schroefbladen en as.

Het mooiste moment: sleutels terug, duiker uit het water en motor aan. De lijnen spannen zich, de schroef draait weer vrij en er verschijnen blije gezichten op dek — duimen omhoog en een warme handdruk. De bemanning kan door; wij ruimen op, laden onze spullen en rijden door. We voelen ons altijd een beetje trots als we zo’n technisch geknoei vakkundig oplossen: dat is precies waarom rederijen en schippers ons bellen.