Samsung
Samsung
door Rogier van Roon

We krijgen een e-mail van Yanick:

“Goedemiddag,

Gisteren middag ben ik tijdens mijn werk bij de Urkersluis, aan de kant van de Urkervaart bij de aanlegsteiger mijn telefoon verloren. We zaten op een boot en vlak voor het afmeren viel hij uit mijn zak. De telefoon zelf zal niet meer te redden zijn, maar wellicht wel nog de data die erop stond. De exacte locatie waar hij in het water viel: 52.657821, 5.605853.

Ik vroeg me af wat het zou kosten om jullie hiervoor in te schakelen. Ik hoor graag van jullie.

Met vriendelijke groet,

Yanick.”

We reageren meteen. Niet veel later belt Yanick ons nog even op en spreken we af: donderdag, Hemelvaartsdag. Telefoon of geen telefoon — we gaan ervoor.

️ Regen op Hemelvaartsdag? Geen probleem. We worden toch nat.

We arriveren met wat vertraging in Urk. Het is een grijze, regenachtige dag, maar ach — voor duikers maakt het niet uit waar het water vandaan komt. We zijn hier om Yanick te helpen.

“Die duiken we er zo uit,” zeggen we nog optimistisch tegen elkaar. We hebben tenslotte de exacte locatie.

Nou… bijna dan.

“Die vind je nooit meer terug”

Eenmaal ter plaatse krijgen we het nodige Urker realisme voor onze kiezen. De schipper én wat omstanders kijken ons hoofdschuddend aan.
“Daar duiken al jaren mensen naar van alles… niks gevonden.”
“Te diep, te veel slib… kansloos.”
Fijn welkom.

Gelukkig dacht Yanick z’n moeder daar anders over. Zij schakelde haar eigen reddingsactie in en vond ons via internet. En dus staan we nu hier, tussen het natte gras en de regen, klaar om dat “onvindbare” telefoontje toch te vinden.

Hoog gras, diepe sprong

De steiger slaan we over — die is zonder trap onhandig hoog, en met trap veel te diep. Dus we banen ons een weg door anderhalve meter hoog gras, met modder tot aan de enkels. Alles voor de juiste instap!

Marja staat klaar met duikset en metaaldetector. “Hier dus? Drie meter vanaf de meerpaal?” vraagt ze nog even.
“Ja, precies daar,” zegt Yanick. Duikmodus: aan.

40 minuten, geen piep, geen ping…

Veertig minuten later komt Marja weer boven.
“Daar ligt ‘ie niet,” zegt Yanick al wat somber. De moed zakt hem in de schoenen. Maar wij geven niet op.

Plan B: we zoeken niet op één plek, maar volgen onder water de route van het schip dat toen aanmeerde. Marja duikt opnieuw, zwemt 15 meter, keert om, schuift een meter op, en zwemt terug.

Bingo.
Een luid signaal van de metaaldetector. En ja hoor, daar is ’ie: de telefoon van Yanick.

20 meter verder dan gedacht

Marja komt boven, kijkt naar de meerpaal en roept:
“Hij lag 20 meter verder dan jullie dachten!”

De opluchting op Yanick z’n gezicht zegt alles. Wat begon als een regenachtige, kansloze dag werd ineens zonnig — zonder dat de zon ook maar even scheen.

Missie geslaagd. ✅

Gerelateerde succesverhalen