Het is woensdagmiddag als we een telefoontje krijgen van Jordy: “Jullie kunnen toch telefoons opduiken?”
Ja, dat kunnen we zeker! De uit Schiedam afkomstige Jordy vertelt dat hij een paar dagen geleden romantisch aan het wandelen was in de (natte) sneeuw met zijn vriendin. Hij wilde zich een beetje uitsloven terwijl hij een sloot over stak. Tijdens een draai hoorde hij een plons. Dat was zijn telefoon, die uit zijn nog open jaszak viel.
Het scherm is nog een paar seconden aan en dooft dan. Hij gaat plat op zijn buik liggen en voelt met zijn arm, het is te diep! Het is al laat op de avond en hij besluit om niet het water in te gaan.
De volgende dag komen ze terug en proberen de telefoon terug te vinden. De vriendin van Jordy stapt het water in (bikkel), want Jordy vindt het te koud. Al snel komt de vriendin van Jordy er achter dat het water echt heel koud is, zij is zo verstandig om eruit te gaan. Zijn vriendin probeert het ook nog met een schepnet, helaas zonder resultaat.
Vandaag gaan wij naar Broekpolder, een plek in Vlaardingen waar we nog niet gedoken hebben.
De Broekpolder is een circa 400 hectare grote polder ten westen van de Vlaardingervaart in de gemeenten Vlaardingen en Midden-Delfland in de Nederlandse provincie Zuid-Holland.
Het woord ‘broek’ (brouck) in de naam Broekpolder heeft betrekking op broekland, waar veelal veenmoeras gevormd was. Het waterschap Broekpolder (onder Vlaardingen en Maasland) was van 1595 tot 1963 verantwoordelijk voor de vervening, drooglegging en daarna het waterbeheer van de polder. Het waterschap werd eerst bij de gemeente Vlaardingen gevoegd, maar kwam later bij het Hoogheemraadschap van Delfland.
De polder was na de drooglegging vooral in gebruik ten behoeve van de melkveehouderij. Bij opgravingen in 1958 werden resten gevonden van een ijzertijdhuis, het eerste dat in het westen van Nederland werd aangetroffen. Van 1958 tot 1975 werd een deel van het gebied opgespoten met slib uit de Rotterdamse haven. De dikte van deze laag slib bedraagt ca. zes meter, waardoor dat deel van de polder opvallend boven de omgeving uitsteekt.
Om 14:00 uur staan wij op de afgesproken plek. Jordy is er ook al. We lopen met zijn drieën (Jordy, duiken en kantwacht) naar de plek waar de telefoon is verloren. Het is er ongeveer een meter diep. Wel of geen duikfles?
Omdat het een stukje lopen is besluiten we om bij de auto alvast het droogpak aan te trekken. De duikfles en set gaan mee in de koffer naar de sloot, die bouwen we op als het nodig is, we gaan het eerst proberen zonder!
Eenmaal terug bij de sloot trek ik mijn handschoenen aan en zet ik de metaaldetector aan. Als ik de sloot in stap valt het mij op dat er weinig modder is, de bodem is hard, de bovenste laag van het water ook, er ligt al ijs!
Grote kans dat we deze telefoon ook gaan vinden, weinig rotzooi, harde bodem en een concrete locatie! Als ik midden in de sloot sta ga ik door mijn knieën, mijn handschoenen vullen zich met het koude water. Na 1 slag met de metaaldetector heb ik al een mooi signaal, dat is een blikje of de telefoon van Jordy!
Enkele seconden later kan ik met mijn hand net de telefoon pakken zonder onder water te gaan! Hebbes! Als ik omdraai met de telefoon in mijn handen staat Jordy met grote ogen: “Dat is wel heel snel!” roept hij, “Ik wilde net een foto maken”.
We maken op de locatie nog even een foto voor het digitale plakboek, weer iemand blij kunnen maken! Het gebeurt niet vaak dat Tommy, de kantwacht van vandaag, de duikkoffer mee terug naar de auto neemt met allemaal droge spullen!