We hebben net gedoken in Medemblik en geschreven dat dit onze laatste duik van de dag is als we gebeld worden door Barend.

De Delftenaar is met een grote groep, met 2 sloepen, aan het varen op het Lozingskanaal in Amsterdam. Onderweg besluit Barend, hoe handig, om over te stappen van de ene naar de andere sloep, met een grote plons beland hij, en zijn telefoon, in het water.

Het is niet diep, maar de telefoon is niet te vinden door Barend.

“We hebben een metaaldetector nodig, dan is hij zo gevonden” zegt hij aan de telefoon.

Het is een stuk van 1 vierkante meter waar hij moet liggen, maar hij krijg hem niet gevonden.

Dus we gaan van Medemblik naar Amsterdam-Oost om te helpen.

Eenmaal aangekomen is het even zoeken naar de juiste locatie, maar we worden al snel aangesproken door de vriendin van Barend. Gevonden! Nu de telefoon nog.

Omdat het zo ondiep is trekken we alleen ons droogpak aan. Marja staat even later in het water, nee, ze zit op haar knieën in het water, op zoek naar de telefoon van Barend, er liggen veel takken op de bodem.

Het eerste signaal is zacht, eigenlijk te zacht, maar door de dikke takkenlaag slecht te beoordelen. Een paraplu, die hebben we met dit heerlijke weer niet nodig, de wind is gaan liggen en de temperatuur is nog prima.

Niet veel later een sterker signaal: de telefoon van Barend.

Ons advies, uitzetten en drogen, is volgens Barend niet nodig: want zijn telefoon is waterdicht! Dat klopt, want hij doet het nog. Laten we het houden op: eigenwijs is ook wijs.

Na het maken van de foto gaan we naar huis, moe, maar voldaan, weer een drukke dag waarin we half Nederland hebben gezien en heel veel mensen hebben kunnen helpen.