Na een succesvolle duik in Amsterdam moeten we naar Naarden, we krijgen een aanvraag van Ward om een davit op te duiken. Nu hebben we al heel veel opgedoken, maar een davit nog niet, sterker nog, we weten niet eens wat het is.
Ward vertelt ons wat het is, omdat het grootste deel van onze lezers het ook niet zal weten, komt ie:
“Een davit is een takel waar bijvoorbeeld een reddingsboot, reddingssloep of landingsvaartuig (bijvoorbeeld bij een amfibisch transportschip) aan hangt. Meestal zijn er twee davits per boot.
De davits kunnen uitgedraaid worden zodat de sloep buiten de romp van het schip hangt. Met lieren wordt de sloep neergelaten tot op het water, waar hij wordt ontkoppeld.”
We zijn, omdat de vorige duik zo voorspoedig ging, veel te vroeg in de haven. De havenmeester weet van onze komst en doet de slagboom open. We hebben de locatie van de boot al door gekregen en weten dus waar de boot ligt. We gaan eerst even bekijken wat we nodig hebben. We kunne er via de steiger in en via de boot uit.
Een vriend van Ward is ook onderweg, want de davit is groot, zwaar en onhandig. Set opbouwen en droogpak aan, al snel ligt Marja in het water. Eenmaal op de bodem is het even zoeken. Ondanks dat hij groot is zien we hem niet liggen. Er groeit op die plek veel bodembedekking.
Na wat groen opzij geschoven te hebben voelen we de davit. Door zijn gewicht is hij al aardig in de bodem gezakt. We graven een kuiltje om de hijslijn onder de davit door te krijgen. Optillen is te zwaar en ook geen optie, wij liften dit soort objecten niet! Dit is de beste optie.
We haken de lijn vast en gaan weer naar boven. De twee sterke mannen zijn nu aan de beurt. Onze taak zit erop. Binnen de kortste keren staat de davit aan boord.
De mannen kunnen verder met klussen, zo verloren zij ook deze davit.
We hebben tijd over en slaan het voorstel voor een kopje koffie dan ook niet af! We drinken nog een lekker bakje koffie en gaan dan op weg naar huis, althans dat denken we op dat moment, maar dat lees je in een volgend verhaal!