Het is zaterdagavond 19:25 uur als we gebeld worden door Rick. Ze zijn met een stel vrienden aan het varen als er midden op een plas een zonnebril van het hoofd van zijn vriend valt. Het is een dure zonnebril van het merk Dita.
We hebben al een duik gepland staan in Vinkeveen en besluiten op de terug weg langs IJsselstein te rijden. We mogen ons om 23:00 melden bij de jachthaven en daar pikken de mannen ons op.

Ik ben er al om 22:45 en begin vast met het opbouwen van mijn set. Mark, die vandaag kantwacht is, komt iets later aan. De heren zijn ook mooi op tijd en tijdens het opbouwen hebben ze 101 vragen.
De allerbelangrijkste: ga je de zonnebril wel vinden? We vertellen dat dat afhankelijk is van een aantal factoren: zicht, bodem en het allerbelangrijkste: de pinpoint van de locatie, midden op het water in het lastig oriënteren.
Om 23:30 varen we weg, het is inmiddels al donker en we zien nog net de contouren van de bomen die nog donkerder afsteken tegen de lucht. Het is stil op het water, enkel het geronk van de motor en een verdwaalde vogel die even schreeuwt.
Als we bijna op locatie zijn heb ik de duikboei in mijn handen met daaronder een lang stuk touw aan een reel en een stuk lood. Jasper, de eigenaar van de verloren zonnebril tuurt langs de kade, op zoek naar herkenningspunten.
“Ja, hier is het” hoor ik achter mij en niet veel later ligt de boei in het water. De duikset, die we op de kade hebben opgebouwd wordt nog een keer gecontroleerd en dan doe ik deze om. Mijn lampen hang ik om en ik doe mijn vinnen aan. Ik ben ok, kijk Mark nog even aan en laat mij achterover van de boot vallen. De mannen krijgen een verfrissende plons water over zich heen: graag gedaan!
De boot is inmiddels iets afgedreven, maar dat is een klein stukje. Een meter of 5 voor de boei laat ik het lucht uit mijn vest lopen en kijk ik ondertussen naar mijn duikhorloge, we weten niet precies hoe diep het is, maar het moet ergens tussen de 2 en 13 meter zijn. Het zicht is redelijk, ongeveer een halve meter.
Bij 9,6 meter raak ik de bodem en maak ik een grote stofwolk. De bodem is zacht, heel zacht. Ik blaas snel wat lucht in mijn vest zodat ik boven de bodem kom te hangen en tuur de bodem af. Geen zonnebril, dat is ook niet zo gek want ik ben nog niet bij de boei. Na 4 vinslagen denk ik nog: dit gaat een uitdaging worden, zodra ik maar iets de bodem raak of in de buurt kom is het zicht weg. Ik besluit om in ieder geval naar de boeilijn te zwemmen en daar zal ik besluiten of ik terug naar boven ga om de metaaldetector, die nog in de boot ligt, op te halen.
Nog voordat ik bij de boeilijn ben schittert er iets in mijn ogen vanaf de bodem. Het is de zonnebril van Jasper! Nog geen meter van het aangegeven punt!
Het liefst ga ik meteen omhoog maar ik zal, gezien de diepte, toch rustig moeten stijgen. Tijdens het opstijgen wordt het schijnsel van mijn lamp weer zichtbaar vanuit de boot. Jasper zegt: “hij komt weer naar boven”. Mark mijn kantwacht: “Dan zal hij hem wel hebben”.
Er is op de boot grote twijfel aan de uitspraak van Mark, ik ben immers nog maar 2 minuten onder water! Die twijfel wordt nog groter als ik mijn hoofd boven water steek met een zonnebril in mijn hand. Is het hem nou wel of niet? Commotie alom op de boot, dat is wel te zien aan het filmpje. We kunnen je het alvast verklappen: het is de zonnebril van Jasper!