De telefoon staat roodgloeiend. Eerst een meneer aan de lijn: “Een Turkse mevrouw is haar telefoon verloren bij de Zaanse Schans, kunnen jullie vandaag nog duiken?” Helaas, we moeten antwoorden dat het pas morgen kan.
Maar even later wordt er een afspraak verzet, waardoor er tóch ruimte ontstaat in de agenda. Handig, want nog geen uur later komt er nóg een verzoek binnen. Toevallig óók een Turkse dame, óók bij de Zaanse Schans, óók een telefoon te water. Dat kan geen toeval zijn, toch?
Ruim op tijd staan we op de bekende steiger (meer avonturen op deze plek vind je hier). Alles staat klaar, droogpak aan – maar geen dames te bekennen. Totdat een oudere Turkse mevrouw naar Marja toekomt. Ze spreekt geen Engels, maar met handen en voeten maakt ze duidelijk dat ze mee moet lopen.
Na een wandeling van tien minuten komen we bij een klein steigertje. En daar staat – jawel – de andere Turkse dame! Toeval bestaat dus wél. Terwijl er druk vertaald wordt, sprint Marja terug om de duikspullen te halen. Gelukkig was alles al opgebouwd.
Binnen tien minuten duikt Marja beide telefoons weer boven water. Twee dames, 1 steiger, twee telefoons – en twee keer blije gezichten. Nog een droog advies erbij (ook netjes vertaald) en de missie is geslaagd.
Historisch weetje: De Zaanse Schans is niet alleen een toeristentrekker met molens en oude ambachten, maar blijkbaar ook een hotspot voor verloren telefoons. Wie weet moeten we er binnenkort een dependance openen.