Het is donderdagavond, we hebben al een duik gepland staat in Amsterdam als we een telefoontje krijgen van de zoon van Han.

Han ligt met zijn boot op het IJ in de Amsterdam Marina haven. We waren hier al eens eerder voor de telefoon van Tim, dat verhaal lees je hier.

Tijdens het aanmeren is de trap losgekomen van de boot en meteen gezonken. Het is geen standaardtrap, deze is speciaal gemaakt in de vorm van de boot.

Een “echt” duikje op behoorlijke diepte, ook daar draaien wij onze hand niet voor om. Na een succesvolle recovery naast Nemo in Amsterdam rijden we door naar de jachthaven om Han te helpen.

Een half uurtje eerder dan gepland, want de vorige recovery ging voorspoedig. Het is fijn dat we een beetje inlopen, want Marja, mijn kantwacht moet straks weer werken.

Als we aankomen met onze spullen zijn we duidelijk herkenbaar als “de duikers” want Han en zijn vrouw staan al te zwaaien om te laten weten waar we moeten zijn.

Gezien de diepte maken we een afdaal lijn. Ook de nabijgelegen booteigenaren komen even kijken. Al snel zijn we er klaar voor. Alle motoren van omliggende boten staan uit en de sleutels zijn uit het contact.

Ik klik de seinlijn vast, zet mijn lampen aan en maak een sprong in het Amsterdamse water, met een brandende zon is dat wel heel erg lekker. Ik kijk Marja nog even aan en geef het duiker “ok” teken en daal af.

Ondanks dat ik hele snel kan dalen duurt het langer dan normaal. Op 11 meter zie ik in een schim de bodem. Een dunne modderlaag en daaronder een harde laag week ik uit ervaring van de vorige keer. Ik blaas wat lucht in mijn vest zodat ik boven de bodem kan blijven hangen.

Mijn eerste vondst is een rol koperdraad, die neem ik straks ook mee naar boven. Ik zwem een meter of 7-8 maar zie nog geen trap, ondanks het redelijke zicht. Ik schuif een paar meter op en draai om. Dan kom ik al snel de trap tegen: zwart! Vergeten te vragen ik ging ervan uit dat hij RVS zou zijn.

Ik zwem met de trap en de klos draad terug naar de daallijn, die ga ik nu gebruiken om gecontroleerd te stijgen. Ik geef Marja een seintje dat ik de trap gevonden heb en begin aan de opstijging, rustig en gecontroleerd. Onderweg maak ik nog een veiligheidsstop en geniet even van alle rust om mij heen.

Als ik eenmaal boven kom is Han en zijn vrouw ook verbaasd: ja, zo snel kan het gaan.

We gaan, na het omkleden, nog even aan boort voor een kopje koffie met wat lekkers, helaas hebben we niet veel tijd, ik moet Marja afzetten in Rotterdam en Dave ophalen voor de volgende duiken!