Gisteravond kregen we een email:
“Goedenavond,
Mijn man heeft vanavond zijn werk telefoon in de sloot achter ons huis laten vallen. Getracht deze zelf boven water te krijgen, geen resultaat. Bij de telefoon zitten ook nog zijn rijbewijs en kentekenbewijs.
De sloot bevind zich achter onze woning en is via onze tuin en die van de buren bereikbaar.
Hoor graag of jullie iets kunnen betekenen.
Met vriendelijke groet, Ghislaine”
We bellen meteen even met Ghislaine en maken een afspraak voor een dag later: vandaag. We zijn eerder klaar in Reeuwijk dan gepland (dat verhaal lees je hier) en bellen dat we er eerder zijn.
Als we aankomen staat de dochter van Ghislaine ons al op te wachten. Ze wijst de plek aan waar de telefoon moet liggen en we maken ons klaar voor de duik. Marja heeft net de scheepsbel gevonden dus nu ben ik aan de beurt om het water in te gaan.
Ik lig al snel in het water op de aangewezen plek. Na een kort verkenningsrondje met alleen een lamp kom ik al snel boven om de metaaldetector op te halen, want ik heb geen zicht. Na 10 minuten zoeken begin ik een beetje aan mezelf te twijfelen, want ik vind geen telefoon, sterker nog, er komen bijna geen signalen.
Dan krijg ik via de seinlijn een signaal dat ik naar boven moet komen: er is een verkeerde plek aangewezen, we moeten meer naar rechts…. We beginnen opnieuw met de zoektocht. Op deze plek ligt heel veel bouwpuin uit het verleden. Ik stel de metaaldetector anders in, maar wat ik ook doe, ik kan de telefoon niet vinden door alle andere objecten die er liggen.
Er liggen grote stoeptegels met betonijzer (die een vals signaal geven) die ik niet makkelijk aan de kant kan leggen. Er is nog maar 1 optie over: metaaldetector uit en op de tast zoeken. Inmiddels lig ik al 40 minuten in het water.
Ik zwem een stukje uit, een meter of 2 verder van de aangewezen plek en ga met mijn handen over alle objecten. Iedere centimeter voel ik met mijn handen, gelukkig heb ik dunne maar met kevlar versterkte handschoenen aan, want naast heel veel tegels kom ik ook stukken glas tegen.
En dan heb ik ineens in mijn linkerhand een grote oude hamer vast, die neem ik mee, een mooi aandenken voor de familie die inmiddels allemaal aan de waterkant staan te kijken.
Enkele seconden later heb ik in mijn rechterhand de telefoon vast. Een zoektocht die langer duurde dan normaal gesproken, maar de omstandigheden maakten het niet anders. Ik geef Marja een seintje dat ik de telefoon heb en kom rustig boven. De familie blij, wij ook.